Waarom is er leven op aarde?
Je ziet het vast wel vaker in de media: UFO gespot, Man beweert aliën gezien te hebben, en noem zo maar op. Toch heerst er nog altijd de vraag: zijn wij de enige? En, als we al niet de enige zijn, hoe zien ze er dan uit? Zijn ze aangepast aan de atmosfeer van andere planeten? Hebben ze zuignappen en van die rare antennes op hun voorhoofd?
Maar dat is maar de fantasie van de mensen. Als je naar Star Wars, Star Trek of iets anders kijkt wat er op lijkt, zie je overal buitenaardse levensvormen, slijmerig, met 6 ogen of een extra paar handen. Pure onzin, denk je dan. Of niet? Dat er leven op aarde is, is in elk geval een feit. Maar hoe is het zover gekomen? Kijk met ons mee.
Maar dat is maar de fantasie van de mensen. Als je naar Star Wars, Star Trek of iets anders kijkt wat er op lijkt, zie je overal buitenaardse levensvormen, slijmerig, met 6 ogen of een extra paar handen. Pure onzin, denk je dan. Of niet? Dat er leven op aarde is, is in elk geval een feit. Maar hoe is het zover gekomen? Kijk met ons mee.
De perfecte planeet
Laten we beginnen met de aarde zelf. De aarde is 4,56 miljard jaar oud, en ontstaan uit een gloeiende hete bol die langzaam is afgekoeld. Aan de buitenkant is een harde kost ontstaan, terwijl het binnenste van de blauwe planeet nog heel erg heet bleef. Op de plaatsen waar de aardkorst dun is, ontstaan vulkanen. Als stukken aardkorst tegen elkaar aan duwen, dan ontstaan bergen, maar soms ook aardbevingen.
Waarom is bovenstaande belangrijk? Omdat het laat zien waarom de aarde ideaal is om op te leven. De aarde ligt precies op de goede afstand van de zon. Niet te warm, en ook niet te koud. Tenminste, in vergelijking met andere planeten. Als je op Mercurius zou willen wonen, dan moet je kampen met extreme temperaturen: van -138 graden Celsius tot 427 graden Celsius. Ook is er een hard oppervlak waar je op kan staan. Jupiter is een gasplaneet, dus waarschijnlijk zak je er dwars doorheen als je erop wilt gaan staan.
Mensen, dieren en zelfs planten zullen voedsel, maar vooral water nodig hebben om in leven te blijven. Dat verklaart onmiddelijk waarom de aarde de ‘blauwe planeet’ genoemd wordt: we hebben zat van dit goedje. Ongeveer ⅔ van het oppervlakte van de planeet is ermee bedekt. Maar omdat je niet graag zout water voor de lol drinkt, werd er vroeger water uit rivieren en putten gehaald, en vandaag de dag komt het gewoon uit de kraan lopen voor nog geen cent per liter. En eten? Daar hebben we de supermarkt voor.
En het feit dat er eten in de supermarkt is, komt omdat het land vruchtbaar is. Bomen, bloemen en mos zijn hier het ideale voorbeeld van. Het land is vruchtbaar, en men weet hoe hij zijn sla klaar moet maken voor de oogst. Vroeger wou dat nog wel eens een probleem zijn, dan moest je kamp op jacht gaan en hing het van hun/jou succes af wat er die avond op je bord lag.
We kunnen ademen, en er zijn ook levensvormen (planten) die de (zuur)stof maken die we moeten ademen om in leven te blijven. Op andere planeten zijn er hele andere atmosferen. En er is zwaartekracht waardoor je aan de planeet blijft vastzitten en niet de lucht in vliegt bij de eerste gelegenheid.
Alles bij elkaar genomen vertelt het ons waarom dít de plek is waar leven is ontstaan.
Gewoon, omdat het de ideale plek is om te leven.
Waarom is bovenstaande belangrijk? Omdat het laat zien waarom de aarde ideaal is om op te leven. De aarde ligt precies op de goede afstand van de zon. Niet te warm, en ook niet te koud. Tenminste, in vergelijking met andere planeten. Als je op Mercurius zou willen wonen, dan moet je kampen met extreme temperaturen: van -138 graden Celsius tot 427 graden Celsius. Ook is er een hard oppervlak waar je op kan staan. Jupiter is een gasplaneet, dus waarschijnlijk zak je er dwars doorheen als je erop wilt gaan staan.
Mensen, dieren en zelfs planten zullen voedsel, maar vooral water nodig hebben om in leven te blijven. Dat verklaart onmiddelijk waarom de aarde de ‘blauwe planeet’ genoemd wordt: we hebben zat van dit goedje. Ongeveer ⅔ van het oppervlakte van de planeet is ermee bedekt. Maar omdat je niet graag zout water voor de lol drinkt, werd er vroeger water uit rivieren en putten gehaald, en vandaag de dag komt het gewoon uit de kraan lopen voor nog geen cent per liter. En eten? Daar hebben we de supermarkt voor.
En het feit dat er eten in de supermarkt is, komt omdat het land vruchtbaar is. Bomen, bloemen en mos zijn hier het ideale voorbeeld van. Het land is vruchtbaar, en men weet hoe hij zijn sla klaar moet maken voor de oogst. Vroeger wou dat nog wel eens een probleem zijn, dan moest je kamp op jacht gaan en hing het van hun/jou succes af wat er die avond op je bord lag.
We kunnen ademen, en er zijn ook levensvormen (planten) die de (zuur)stof maken die we moeten ademen om in leven te blijven. Op andere planeten zijn er hele andere atmosferen. En er is zwaartekracht waardoor je aan de planeet blijft vastzitten en niet de lucht in vliegt bij de eerste gelegenheid.
Alles bij elkaar genomen vertelt het ons waarom dít de plek is waar leven is ontstaan.
Gewoon, omdat het de ideale plek is om te leven.
Oorsprong van het leven
Dan gaan we het nu eens hebben over de evolutie van het leven zelf. Hoe de allereerste levensvormen zijn ontstaan, is nog altijd een vraag. Wat in elk geval duidelijk is, is dat de eerste levende wezens precies een cel groot waren. Eencellig, dus. En het waren waterdieren. Zeeën waren waarschijnlijk nog niet zo zout als ze vandaag de dag zijn, dus dat is een pluspunt. Er was geen ozonlaag om de ultraviolette straling van de zon tegen te houden. De zon kon moleculen breken op het land en op de bovenste laag van de zee, die dan soms weer nieuwe moleculen deden vormen.
Het leven zou ontstaan moeten zijn van een soort oersoep. Er waren alleen natuurlijke bouwstoffen en natuurlijke energiebronnen (zoals bliksem) waardoor er soms ongewone scheikundige reacties optraden door de ultraviolette straling (UV-straling) of door vulkanische hitte. De wetenschap die het ontstaan van leven op aarde en andere planeten onderzoekt, heet exobiologie. Natuurlijk is dit maar een theorie, en er zijn nog veel meer theorieën over.
Natuurlijk werd er miljoenen jaren over gedaan voordat de simpele levensvormen zich evolueerden tot levensvormen met meer cellen. Hoe dit is gebeurt is een mysterie. Wat wel vrij zeker is, is dat de eerste ‘diersoorten’ vissen en andere waterdieren waren. Zo ook zee-egels. Deze ontstonden ongeveer tussen de 542 miljoen en de 488 miljoen jaar geleden. En 488 miljoen tot 444 miljoen jaar geleden, stierven de meeste van de nieuwe levensvormen ook weer uit. Ondertussen ontstonden ook planten, de oudste fossielen van planten en schimmels zijn ongeveer 480 miljoen tot 460 miljoen jaar oud, terwijl planten misschien al 1000 miljoen jaar geleden voorkwamen. Dat was goed voor de ontwikkeling van de levensvormen die we later ‘dieren’ zouden gaan noemen. Zij konden dan namelijk eten.
Insecten ontstonden waarschijnlijk ongeveer 530 miljoen jaar geleden. Rond 380 miljoen jaar geleden ontwikkelden de eerste amfibieën zich uit tot vissen, want hun poten ontwikkelden zich als vinnen. Toen ze eenmaal boven water konden ademen, konden deze amfibieën zich boven water begeven, ook al was het maar voor een kortere tijd. Waarschijnlijk pasten deze soorten zich aan zodat ze steeds langer boven water konden blijven, maar ze moesten hun eieren nog wel steeds in het water leggen.
Het leven zou ontstaan moeten zijn van een soort oersoep. Er waren alleen natuurlijke bouwstoffen en natuurlijke energiebronnen (zoals bliksem) waardoor er soms ongewone scheikundige reacties optraden door de ultraviolette straling (UV-straling) of door vulkanische hitte. De wetenschap die het ontstaan van leven op aarde en andere planeten onderzoekt, heet exobiologie. Natuurlijk is dit maar een theorie, en er zijn nog veel meer theorieën over.
Natuurlijk werd er miljoenen jaren over gedaan voordat de simpele levensvormen zich evolueerden tot levensvormen met meer cellen. Hoe dit is gebeurt is een mysterie. Wat wel vrij zeker is, is dat de eerste ‘diersoorten’ vissen en andere waterdieren waren. Zo ook zee-egels. Deze ontstonden ongeveer tussen de 542 miljoen en de 488 miljoen jaar geleden. En 488 miljoen tot 444 miljoen jaar geleden, stierven de meeste van de nieuwe levensvormen ook weer uit. Ondertussen ontstonden ook planten, de oudste fossielen van planten en schimmels zijn ongeveer 480 miljoen tot 460 miljoen jaar oud, terwijl planten misschien al 1000 miljoen jaar geleden voorkwamen. Dat was goed voor de ontwikkeling van de levensvormen die we later ‘dieren’ zouden gaan noemen. Zij konden dan namelijk eten.
Insecten ontstonden waarschijnlijk ongeveer 530 miljoen jaar geleden. Rond 380 miljoen jaar geleden ontwikkelden de eerste amfibieën zich uit tot vissen, want hun poten ontwikkelden zich als vinnen. Toen ze eenmaal boven water konden ademen, konden deze amfibieën zich boven water begeven, ook al was het maar voor een kortere tijd. Waarschijnlijk pasten deze soorten zich aan zodat ze steeds langer boven water konden blijven, maar ze moesten hun eieren nog wel steeds in het water leggen.
Ontwikkeling van het leven
Ongeveer 20 miljoen jaar later ontwikkelden soorten die eieren konden leggen met een harde schaal, zodat ze zich helemaal op het land konden voortplanten. Deze soort wordt amniota genoemd. Deze zou zich 310 miljoen jaar geleden zijn uitgesplitst in synapsiden, waaruit later zoogdieren zouden evolueren, en sauropsiden, waar later, zoals al af te lezen is in de naam, dinosauriërs, vogels en andere reptielen uit zouden ontstaan.
251 miljoen jaar geleden stierven er weer een hoop soorten uit op aarde. Om precies te zijn, 95% van alle soorten. Of dat kwam door een vulkanische uitbarsting of een grote inslag van een meteoriet. Niet lang daarna (tenminste, relatief gezien niet lang daarna) begonnen de dinosauriërs de aarde te bevolken. Het klimaat was ook vrij warm. Ook begonnen de continenten uit elkaar te bewegen. (Vroeger zaten alle continenten namelijk aan elkaar vast, ze begonnen later pas uit elkaar te
schuiven en naar hun momentele plaats toe te bewegen.)
230 miljoen jaar geleden ontwikkelden de dino’s zich uit reptielen. De Archaeopteryx, die ongeveer 150 miljoen jaar geleden is ontstaan, wordt als eerste vogel beschouwd. De dino’s leefden vrij lang op aarde, maar rond de 65 miljoen jaar geleden sloeg er een meteoriet op de aarde in die alle dino’s letterlijk stof deed happen. De meteoor was (naar schatting) 10 tot 30 kilometer groot. De inslag moet bakken met stof de lucht in hebben geblazen, dat het zonlicht verduisterde. De dino’s stierven uit.
251 miljoen jaar geleden stierven er weer een hoop soorten uit op aarde. Om precies te zijn, 95% van alle soorten. Of dat kwam door een vulkanische uitbarsting of een grote inslag van een meteoriet. Niet lang daarna (tenminste, relatief gezien niet lang daarna) begonnen de dinosauriërs de aarde te bevolken. Het klimaat was ook vrij warm. Ook begonnen de continenten uit elkaar te bewegen. (Vroeger zaten alle continenten namelijk aan elkaar vast, ze begonnen later pas uit elkaar te
schuiven en naar hun momentele plaats toe te bewegen.)
230 miljoen jaar geleden ontwikkelden de dino’s zich uit reptielen. De Archaeopteryx, die ongeveer 150 miljoen jaar geleden is ontstaan, wordt als eerste vogel beschouwd. De dino’s leefden vrij lang op aarde, maar rond de 65 miljoen jaar geleden sloeg er een meteoriet op de aarde in die alle dino’s letterlijk stof deed happen. De meteoor was (naar schatting) 10 tot 30 kilometer groot. De inslag moet bakken met stof de lucht in hebben geblazen, dat het zonlicht verduisterde. De dino’s stierven uit.
Evolutie van de mens
In de tussentijd begonnen de zoogdieren het land te domineren, maar ‘pas’ twee miljoen jaar geleden verschenen de eerste ‘mensapen’. Deze leerden vuur gebruiken en te lopen. Het is niet bekend of ze toen al konden spreken, of dat de spraak zich pas ontwikkelde in de moderene mens. Baby's moeten steeds grotere herseninhoud hebben gehad, en dus een grotere schedel, wat dus betekende dat baby’s eerder geboren moesten worden. Zo worden ze intelligenter, maar duurt het langer voordat ze volwassen zijn. Sociale vaardigheden, en ook taal, werden uitgebreider en gebruiksvoorwerpen ingewikkelder.
De eerste moderne mensen hebben 200.000 jaar geleden geleefd. Rond 11.000 jaar geleden kwam je overal op de aarde wel ergens mensen tegen. Het grootste gedeelte van de tijd leefde ze in groepjes jagers-verzamelaars, die zich verrassend genoeg vooral bezig hielen met jagen en verzamelen. Zo’n 10.000 jaar geleden begon de levensstijl van de mensen echter te veranderen. Ze begon met ontbossen. Zo konden er permanente woonplaatsen ontstaan, in plaats van de jagers-verzamelaars die steeds rondreisden. Men kon steeds effectiever het land verbouwen, waardoor er meer mensen konden samenleven op kleinere oppervlaktes, waardoor mensen moesten samenwerken om te kunnen samenleven. Zo ontstond de arbeidsverdeling. Arbeidsverdeling is het opsplitsen van de taken tussen meerdere mensen. Het schrift ontstond, en mensen begon zich bezig te houden met religie, technologie en de wetenschap. Beschavingen ontstonden werkelijk overal en voerden onderling handel en oorlog. De groei van kennis en technologie ging maar door, en het aantal mensen steeg net zo hard mee. Van de nog geen 800 miljoen mensen in 1750, tot de 6 miljard mensen in 2000. Deze drie punten stijgen vandaag de dag nog steeds.
De eerste moderne mensen hebben 200.000 jaar geleden geleefd. Rond 11.000 jaar geleden kwam je overal op de aarde wel ergens mensen tegen. Het grootste gedeelte van de tijd leefde ze in groepjes jagers-verzamelaars, die zich verrassend genoeg vooral bezig hielen met jagen en verzamelen. Zo’n 10.000 jaar geleden begon de levensstijl van de mensen echter te veranderen. Ze begon met ontbossen. Zo konden er permanente woonplaatsen ontstaan, in plaats van de jagers-verzamelaars die steeds rondreisden. Men kon steeds effectiever het land verbouwen, waardoor er meer mensen konden samenleven op kleinere oppervlaktes, waardoor mensen moesten samenwerken om te kunnen samenleven. Zo ontstond de arbeidsverdeling. Arbeidsverdeling is het opsplitsen van de taken tussen meerdere mensen. Het schrift ontstond, en mensen begon zich bezig te houden met religie, technologie en de wetenschap. Beschavingen ontstonden werkelijk overal en voerden onderling handel en oorlog. De groei van kennis en technologie ging maar door, en het aantal mensen steeg net zo hard mee. Van de nog geen 800 miljoen mensen in 1750, tot de 6 miljard mensen in 2000. Deze drie punten stijgen vandaag de dag nog steeds.
Samenvatting
De aarde is perfect om op te leven. Er is zuurstof, het is er warm genoeg, er is vaste ondergrond om op te staan, en water. Het leven begon als simpele, eencellige levensvormen, die zich uiteindelijk evolueerden naar vissen, amfibieën en dan weer naar landdieren, zoogdieren, apen en uiteindelijk de mens. De ontwikkeling van het leven op aarde duurde miljarden jaren. De moderne mensen ontstonden pas 200.000 jaar geleden. Als je de levensloop zou indelen in een klok van 24 uur, met om middernacht het ontstaan van de aarde, dan zou om twintig seconden voor middernacht de eerste mensen zijn ontstaan.